In Nijkerk komt bij hevige neerslag op diverse locaties wateroverlast voor. Met de klimaatverandering en de daarbij horende hevigere regenbuien is er risico dat wateroverlast vaker en langer gaat optreden. De insteek is om veel afkoppelprojecten uit te voeren om de hydraulische belasting op het gemengde rioolstelsel te verminderen. De vraag is echter waar dit afgekoppelde hemelwater naar toe kan. Vanwege hoge grondwaterstanden is infiltratie in de bodem niet kansrijk. Daarnaast is bij hevige regenval de mogelijkheid om regenwater via de beken af te voren beperkt.
We hebben samen met de gemeente Nijkerk en waterschap Vallei en Veluwe de actuele knelpunten vanuit de riolering en het oppervlaktewater in beeld gebracht. De hoofdoplossingsrichtingen om deze knelpunten aan te pakken zijn meer waterberging, bufferen en vertraagd afvoeren van het hemelwater, verbeteren van de afvoercapaciteit van het oppervlaktewatersysteem en het verminderen van de doorvoer van water uit het landelijk gebied door Nijkerk. In een werksessie zijn vervolgens locaties verkend om deze knelpunten aan te pakken. Hieruit is een breed palet aan kansrijke maatregelen naar voren gekomen. De gemeente en het waterschap kunnen de komende jaren aan de hand van het resultaat gerichte stappen zetten om de wateroverlast in Nijkerk te verminderen.
De gemeente Oost Gelre wil het afkoppelen van hemelwater(afvoeren) onder haar bewoners stimuleren. BZ heeft voor elke kern in de gemeente een afkoppelkansenkaart opgesteld. Een afkoppelkansenkaart geeft aan in welke deelgebieden afkoppelen en infiltreren van hemelwater mogelijk is. Hierbij is de doorlatendheid van de bodem (k-waarde) en de ontwateringsdiepte van belang. De doorlatendheid van de bodem dient voldoende hoog te zijn voor infiltratie. Daarnaast is infiltratie geen optie in gebieden met een te hoge grondwaterstand.
Op basis van het grondwatermeetnet van de gemeente hebben we ontwateringskaarten voor zowel de RHG- als de RLG-situatie opgesteld. Daarnaast hebben we k-waardenkaarten opgesteld op basis van infiltratieonderzoeken en bodemsoorten. De ontwateringskaart hebben we gecombineerd met de k-waardenkaart tot de afkoppelkansenkaart. Hierop is van elke kern te zien in welke deelgebieden infiltratie van hemelwater kansrijk is, niet mogelijk is of waar nader onderzoek dient te worden verricht.
Voor de gemeente Groningen hebben we een analyse uitgevoerd van grondwaterstanden in relatie tot klimaatverandering. Gemeente Groningen heeft al jaren een grondwatermeetnet. De algemene verwachting is dat door de klimaatverandering de hoge grondwaterstanden in de toekomst hoger worden en de lage grondwaterstanden lager, ofwel: de fluctuaties gaan toenemen. De centrale vraag voor de gemeente was: “Welke verlaging van de grondwaterstanden in de zomer is in 2050 te verwachten als gevolg van de klimaatveranderingen en welke gevolgen heeft deze verlaagde grondwaterstand voor de maaivelddaling?”
BZ heeft met behulp van de KNMI-klimaatscenario’s voor 2050 een methode ontwikkeld om per peilbuis de verwachte verandering van de grondwaterstanden te bepalen. Per peilbuis is de relatie tussen de neerslag en de grondwaterstand berekend. Uit de analyse bleek dat de daling van de grondwaterstand in de zomer (RLG) rond 2050 varieert van 0,01 tot 0,20 meter. De gemiddelde daling van de grondwaterstanden in Groningen is 0,07 m. Op basis van de toekomstige grondwaterstanden per peilbuis hebben we ontwateringskaarten gemaakt voor 2050. We hebben daarnaast ontwateringskaarten voor het huidige klimaat opgesteld: de referentiekaarten. Hiermee is inzichtelijk geworden waar, welke veranderingen in de grondwaterstanden gaan optreden.
Een verlaagde grondwaterstand kan leiden tot maaivelddaling, afhankelijk van de bodemsoort. We hebben (secundaire) zettingsberekeningen uitgevoerd op basis van de bodemkaart en de verlaging van de grondwaterstand. Hieruit is gebleken dat in het algemeen het maaiveld met enkele mm tot circa 10 mm gaat dalen. Een uitzondering zijn de veengebieden. Hier vindt een grotere maaivelddaling plaats. Het resultaat is een risicokaart voor de stad Groningen met de verwachte maaivelddaling rond 2050 door de klimaatverandering.
We hebben veel inhoudelijke kennis en ervaring rond de aanleg, beheer en onderhoud van grondwatermeetnetten. We kennen de markt, weten wat er kan. Of het nu gaat om de data-inzameling met reguliere drukloggers, akoestische loggers of met telemetrie, het beheer en de presentatiemogelijkheden via verschillende internet-portals. We weten wat er mogelijk is.
Onze expertise zetten we in bij de aanbesteding van grondwatermeetnetten. Bij een meervoudige onderhandse of openbare aanbesteding verzorgen we de inhoudelijke ondersteuning. We inventariseren de wensen en eisen en stellen vervolgens een bestek of een programma van eisen op. We overleggen omtrent de verschillende manieren om een inschrijving te beoordelen. We werken hierbij veel samen met de inkoper en de inhoudelijke opdrachtgever/gebruiker. We ondersteunen bij de nota van inlichtingen en vervullen vaak ook een inhoudelijke rol in het beoordelingsteam.
We hebben de gemeente Emmen ondersteund bij een meervoudige onderhandse aanbesteding. Hiervoor is een programma van eisen opgesteld en een inschrijvingsleidraad. Daarnaast hebben we een openbare aanbesteding begeleid van 6 twentse gemeenten binnen het Twents Waternet verband. In dit project zijn de wensen van de afzonderlijke gemeenten vertaald naar verschillende werkwijzen voor data-inzameling en één database. De gemeenten werken daarbij samen om te komen tot één gezamenlijke publieke, openbaar toegankelijke portal voor de grondwaterstanden in Twente.
De zeekering in de gemeente Groningen, tussen Eemshaven en Delfzijl, wordt versterkt om aan de normering te voldoen. Het is gebleken dat deze dijk gevoelig is voor aardbevingen, waardoor vervormingen en schades aan de dijk te verwachten zijn. De waterkering valt onder het beheer van waterschap Noorderzijlvest. Het waterschap wil adequaat en tijdig kunnen handelen om eventuele schades snel te herstellen, en wil daarom de dijk gaan monitoren op vervormingen.
BZ Ingenieurs & Managers stelt in samenwerking met Deltares een meet- en monitoringsstrategie voor de zeekering op. Hierbij is naast het snel detecteren van vervormingen, het verkrijgen van een beter inzicht in het gedrag van de dijk voor, tijdens en na aardbevingen van belang. Daarnaast adviseert BZ over de wijze van uitvragen naar de markt om een monitoringsnet te realiseren.
BZ werkte in opdracht van Rijkswaterstaat aan het WBI voorbeeldenboek. Bij het toepassen van het Wettelijk Beoordelingsinstrumentetarium (WBI) wordt het boek gebruikt als inspiratiebron.
In het WBI voorbeeldenboek zijn voorbeelden uit de praktijk opgenomen. De voorbeelden zijn gericht op keuzes die te maken zijn binnen de beoordeling. Zo wordt de vraag beantwoord hoe men de betrouwbaarheid van de beoordeling kan vergroten aan de hand van meten en monitoren. BZ heeft als expert op het gebied van meten en monitoren meegewerkt aan de uitwerking van voorbeelden waarbij monitoringstrategieën zijn toegepast bij het WBI beoordelen. De voorbeelden richten zich op verschillende technieken zoals IR wellendetectie en HPT sonderingen. De WBI voorbeelden voor monitoring zijn hier te vinden.
Rijkswaterstaat Zuid Nederland bedient haar beweegbare bruggen en sluizen In Brabant en Limburg op afstand. Dit betekent een netwerk van ruim 100 objecten, werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties en industriële automatiseringscomponenten. Beheer en onderhoud van dit netwerk is belegd bij een projectteam van RWS PPO.
BZ verzorgt het omgevingsmanagement hiervan. We functioneren als spil in werkveld met lokale overheden, belangenpartijen en de interne organisatie. We streven naar toestemming, medewerking en enthousiasme onder deze stakeholders en daarmee naar de maatschappelijke inbedding van het project.
Waterschap Hollandse Delta staat voor een grote dijkversterkingsopgave. Uit een eerder uitgevoerde beoordeling van een primaire waterkering bleek een grote spreiding in de diverse resultaten en conclusies ten aanzien van de sterkte van de dijk. Hierop ontstond een vraag naar nader onderzoek.
BZ hielp het waterschap deze vraag te specificeren. Daarop hebben we een monitoringadvies opgesteld, wat het waterschap handelingsperspectieven opleverde. Monitoring leverde het een efficiencyvergroting in de uit te voeren dijkversterking op. Op basis van het opgestelde advies is WSHD in staat gebleken om aanvullende financiering van het HWBP toegekend te krijgen. Ons monitoringsadvies wordt momenteel in praktijk gerealiseerd.
BZ leidt een toonaangevend project in de Hedwige- en Prosperpolder in Zeeuws-Vlaanderen op de grens tussen Nederland en België. Deze polder is een living lab voor een internationaal onderzoek naar dijkdoorbraken.
De Hedwige- of Prosperpolder wordt over enkele jaren ontpolderd, waardoor een slik- en schorrengebied gaat ontstaan. Hierdoor ontstaat de unieke mogelijkheid om de oude Scheldedijk te beproeven. Het Waterbouwkundig laboratorium Antwerpen is initiatiefnemer voor dit project en heeft in STOWA een Nederlandse partner gevonden met wie gezamenlijk de proeven worden georganiseerd. BZ verzorgt het projectmanagement en levert daarnaast een inhoudelijke bijdrage. We zorgen onder andere voor de afstemming met deelnemende en externe partijen, het omgevingsmanagement, het aanvragen van subsidies en het ontwerp van meet- en monitoringsstrategieën.
Informatie is de sleutel tot besparingen in dijkversterkingsontwerpen. Met dit motto werkte BZ, samen met partners Arcadis en Deltares aan de opdracht voor een meet- en monitoringsadvies voor de Lekdijk.
We hebben een veiligheidsanalyse uitgevoerd voor de primaire kering. Vervolgens hebben we de mogelijkheden voor aanvullend onderzoek en de te verwachten effecten op de veiligheidsanalyse bepaald. Hieruit volgde een drietal meetstrategieën met een kosten–batenanalyse. Hiermee heeft Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden inzicht gekregen in de kosteneffectiviteit van monitoring, als voorbereiding op de noodzakelijke dijkversterking
Grondwateroverlast komt vaak voor in bebouwde gebieden. Denk aan water in kruipruimten, vocht en schimmels in kelders. Of schade aan funderingen en drassige tuinen. Door de klimaatveranderingen nemen deze problemen toe. Wie is hier aansprakelijk voor? En wie is verantwoordelijk voor een oplossing? Dat is vaak moeilijk te zeggen. De oorzaak van het probleem is niet eenduidig. Daarbij is de rolverdeling bij het grondwaterbeheer complex.
In de Waterwet is vastgelegd dat gemeenten een grondwaterzorgplicht hebben. In deze cursus leer je welke bestuurlijke keuzes en dilemma’s spelen bij de zorgplicht voor grondwater en hoe je daarmee omgaat. Ook de onderdelen jurisprudentie en aansprakelijkheid krijgen, na de herziening van de cursus, extra aandacht. Na afloop van de cursus heb je kaders voor het stapsgewijs aanpakken van de grondwaterproblemen.
In het kader van het HWBP-2 versterkte waterschap Hollandse Delta 60 kilometer primaire kering. Het waterschap heeft hiertoe een dijkversterkingsprogramma opgezet met daarin verschillende versterkingsprojecten.
BZ richtte zich op twee cruciale processen in projecten: oplevering en overdracht en kennisborging binnen de organisatie. Met name voor de opdrachtgever wordt het succes van de projecten met name bepaald door een soepele overdracht aan de beheersorganisatie, waarbij de schat aan kennis en ervaring geborgd wordt binnen de organisatie. Deze vorm van procesmanagement werd uitgevoerd vanuit een intermedierende rol waarin BZ zich thuisvoelt: op het snijvlak van organisatie en techniek en tussen project en staande organisatie.
Hollandse Delta deelt de opgedane kennis binnen het dijkversterkingsprogramma via Virtual Reality. Bekijk de lessons learnt via 360 graden VR beleving hier