Voor diverse gemeentes op de Utrechtse Heuvelrug voert BZ Ingenieurs & Managers grondwateronderzoeken uit. De onderzoeken zijn met name gericht op grondwateroverlast door de extreme hoeveelheid neerslag die de afgelopen periode is gevallen.
De effecten van de extreme hoeveelheid neerslag van afgelopen jaar zijn goed zichtbaar op de grondwaterstanden van de Utrechtse Heuvelrug. In sommige delen van de Utrechtse Heuvelrug staan de grondwaterstanden een meter hoger dan het gemiddelde van de afgelopen 20 jaar. De hogere grondwaterstanden leiden met name tot grondwateroverlast op de flanken van de Utrechtse Heuvelrug.
BZ Ingenieurs & Managers is actief betrokken bij diverse projecten in deze regio, waar we onze kennis inzetten om tot duurzame en klimaatbestendige oplossingen te komen.
De gemeente Zwartewaterland gaat de komende jaren in de wijk Binnenlanden West in Genemuiden aan de slag met rioolvervanging, afkoppelen van hemelwater en het klimaatbestendig maken van de wijk.
De gemeente Zwartewaterland gaat de wijk Binnenlanden West in Genemuiden herinrichten met een toekomstgerichte aanpak. Door de geplande rioolvervanging en de aanleg van een ‘blauwe HWA-ader’ wordt de wijk voorbereid op de klimaatveranderingen van morgen. Voor de gemeente hebben wij een uitgebreid grondwateronderzoek uitgevoerd, om de risico’s op grondwateroverlast en grondwateronderlast voor nu en in de toekomst te bepalen.
Voor een klimaatbestendige wijk is van belang dat de grondwaterstanden niet te hoog worden. De grondwaterstanden moeten ook niet te laag worden, omdat daarmee risico ontstaat op paalrot van de funderingen en op extra maaivelddaling. BZ Ingenieurs & Managers heeft de gemeente geadviseerd in een grondwatersysteem dat rekening houdt met grondwateroverlast als funderingsschade, waardoor Binnenlanden West een duurzame en leefbare wijk blijft voor de toekomst. Hiervoor is onder andere een funderingsdatabase opgesteld voor de wijk Binnenlanden West en zijn de woningen met houten palen in beeld gebracht.
De Oude Ketelmakerij is een voormalig bedrijventerrein in Hengelo dat getransformeerd wordt tot woongebied. De gemeente wilde een groenblauwe inspiratie geven aan de bestaande inrichtingsideeën, waarbij de woningbouwopgave hetzelfde blijft en de principes van “water en bodem sturend” worden toegepast.
Met de projectgroep van de gemeente hebben we de eisen en wensen ten aanzien van groen en water in beeld gebracht. In en door een tweetal ontwerpateliers met de projectgroep en Buro Stedenbouw hebben we dit in fasen uitgewerkt naar structuurdragers voor groen, blauw en spelen. Deze structuurdragers hebben we verduidelijkt met sfeerbeelden en een inrichtingsschets.
Om de benodigde ruimte voor water in de inrichtingsschets realistisch te laten zijn hebben we de benodigde ruimte voor water bepaald. Hierbij wordt het water oppervlakkig ingezameld en getransporteerd naar wadi’s, daar verzameld en vertraagd geïnfiltreerd en afgevoerd naar het oppervlaktewater. De wadi’s zijn ingepast in de inrichtingsschets.
Het groenblauwe inrichtingsmodel is een inspiratiedocument voor de verdere uitwerking en samenwerking met de ontwikkelende partij. Hiermee wordt de ontwikkelende partij geënthousiasmeerd om de openbare ruimte in het gebied een groenblauwe “plus” te geven. Ook is het een onderbouwing van de gemeente voor de te volgen procedures en de op te stellen groene en blauwe paragraaf van het bestemmingsplan.
Grondwater en begraafplaatsen gaan niet altijd samen. Het Besluit op de Lijkbezorging vraagt een grote ontwatering, zeker voor dubbellaags begraven. BZ Ingenieurs & Managers helpt u bij het in beeld brengen van de grondwaterstanden op een begraafplaats en adviseert oplossingen wanneer de grondwaterstanden te hoog zijn.
Wilt u meer informatie over grondwater op begraafplaatsen? Bekijk het productblad hiernaast of neem contact op met Maaike Klein Overmeen. We bespreken graag de mogelijkheden.
In 2023 heeft de gemeente Bodegraven een herinrichting van de Wijk Elzenhof in Bodegraven uitgevoerd. Bewoners ervaren sinds de herinrichting aanzienlijk meer (grond)wateroverlast dan voorheen. BZIM heeft met een feitelijk en onafhankelijk onderzoek onderzocht of de ervaringen van de bewoners kloppen. Ook heeft BZIM geadviseerd over maatregelen en verantwoordelijkheden binnen het stedelijk (grond)waterbeheer.
Bij de herinrichting is het openbaar terrein opgehoogd met BIMs (een licht ophoogmateriaal) en is de wijk bovengronds opnieuw ingericht. Het gemengde rioolstelsel is vervangen door een gescheiden stelsel. Het hemelwaterstelsel heeft twee functies gekregen: het afvoeren van hemelwater en reguleren van grondwaterstanden (DIT-riool).
Om het effect van het nieuwe hemel- en grondwatersysteem op de grondwaterstanden te bepalen hebben we een onderzoeksplan opgesteld. Het onderzoek is onafhankelijk uitgevoerd, op basis van feiten. Tegelijkertijd hebben we ook geluisterd naar de ervaringen van de bewoners en bouwkundige kenmerken van de woningen in kaart gebracht. De werking van het aangelegde systeem is beoordeeld op basis van revisietekeningen en een veldbezoek.
In de wijk zijn voor, tijdens en na de werkzaamheden grondwaterstanden gemonitord. De grondwatersituatie vooraf en na herinrichting zijn met elkaar vergeleken. Hierbij is ook de reactie door de neerslag op de grondwaterstanden meegenomen. Uit de meetdata blijkt dat het DIT-systeem een stabiliserende werking heeft op de grondwaterstanden. De mogelijke oorzaken van de overlast hebben we gerapporteerd en we hebben een advies opgesteld voor de
te nemen maatregelen. Ook hebben we de verantwoordelijkheden binnen het stedelijk (grond)waterbeheer voor gemeente, waterschap én perceeleigenaar toegelicht.
Het project ‘Dieren in de dijk’ van het lectoraat Assetmanagement van HZ University of Applied Sciences is één van de achttien projecten die zijn gehonoreerd in het RAAK Publiek-programma van Regieorgaan SIA. In dit onderzoeksproject ontwikkelen, testen en beoordelen de deelnemende partijen afschrikking-, detectie- en monitoringsmethoden en proberen ze het gedrag van de dieren te begrijpen. BZIM is één van de deelnemende partijen in dit onderzoeksproject. Voor meer informatie klik hier
Beweging van een harde infrastructuur meten en monitoren? Afgelopen half jaar heeft BZIM in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Delfland een pilot uitgevoerd op twee locaties doormiddel van de handheld-lidar: een vervorming in een damwand en een vervorming in het wegdek op een dijk. Het resultaat: objectieve beelden met daarin ordegrootte van deze vervormingen.
Waar is de vervorming het grootst? Wat is de omvang van deze vervorming? Verandert of verergert deze vervorming over de tijd? Door een vergelijkingsvlak in de software in te tekenen wordt een objectieve eerste inschatting van de ordegrootte van de vervorming verkregen. Dit vergelijkingsvlak is gebaseerd op ontwerptekeningen of gebaseerd op de verwachte originele locatie van de infrastructuur. Door een periode later de locatie opnieuw in te meten zijn verschilmetingen mogelijk. Hiermee worden veranderingen door de tijd inzichtelijk gemaakt.
De conclusie van dit project was dat de ordegrootte en omvang van de vervormingen ten opzichte van het vergelijkingsvlak duidelijk terug te zien waren in de 3D metingen. De handheld lidar blijkt het meest geschikt voor het meten van schades of vervormingen aan harde oppervlakten en op locaties met korte vegetatie. Het blijkt in mindere mate geschikt voor locaties met lange vegetatie. Lange vegetatie werkt verstorend bij het uitvoeren van de metingen. Momenteel onderzoekt BZIM of de nieuwste versie van de iPhone met lidar sensor nog betere resultaten geeft.
In het Bloemenkwartier in Woerden is een rioolvervanging gepland. De woningen zijn deels gefundeerd op staal en deels op houten palen waarbij risico is op paalrot door de huidige lage grondwaterstanden. Door de rioolvervanging wordt de mogelijke drainerende werking van de oude riolering weggenomen en zal de grondwaterstand stijgen. Dit is een positief effect in de zomer maar een negatief effect in de winter. We hebben een uitgebreid onderzoek uitgevoerd om te bepalen of en waar welke maatregelen nodig zijn om het risico op paalrot te verminderen dan wel grondwateroverlast te voorkomen.
Het onderzoek bestond uit een combinatie van archiefonderzoek en veldwerk. Het archiefonderzoek bestond uit het beoordelen van bouwtekeningen om het niveau van het bovenste funderingshout te bepalen. Het veldwerk bestond uit het bepalen van de bodemopbouw en monitoring van grondwaterstanden om de grondwaterfluctuaties in beeld te krijgen. Deze gegevens hebben we in samenhang beoordeeld met informatie over de riolering (bob en rioolinspecties) en de funderingsgegevens. We hebben bepaald of en waar de oude, lekke riolering drainerend werkt, wat de invloedssfeer hiervan is en in hoeverre de grondwaterstand gaat stijgen na rioolvervanging (en zonder het
meeleggen van drainage). Vervolgens zijn we met een GIS analyse nagegaan of en bij welke woningen sprake is van risico op droogstand van de houten paalfunderingen in de huidige situatie. Daarnaast zij we nagegaan bij welke
woningen het risico op droogstand wordt opgeheven na rioolvervanging.
We hebben bepaald dat door de rioolvervanging de grondwaterstand in een deel van het gebied dusdanig gaat stijgen dat drainage nodig is om grondwateroverlast te voorkomen. Bij een deel van de woningen stijgt de grondwaterstand onvoldoende. Hier blijft een risico op paalrot bestaan; aanvullende infiltratie is nodig. Daarom is geadviseerd om gelijktijdig met de rioolvervanging in dit deelgebied een DIT-systeem aan te leggen. Voor de infiltratie wordt gebruik gemaakt van het oppervlaktewater. Hiervoor hebben we de watervraag bepaald.
Met het onderzoek hebben we voor de gemeente Woerden aangetoond en onderbouwd dat gelijktijdig met rioolvervanging aanleg van deels drainage en deels een DIT-systeem een kostenefficiënte en doelmatige maatregel is voor het Bloemenkwartier om het risico op schade aan woningen door droogstand van houten palen of te hoge grondwaterstanden te minimaliseren. Tot slot hebben we het schetsontwerp en het functioneel ontwerp opgesteld inclusief toelichting op de gekozen ontwerpprincipes.
In het project “DNA van de stad en omgeving” is onderzocht of zoetwater in de zandige kreekruggen kan worden geïnfiltreerd om verzilting en verdroging tegen te gaan. Een deel van de kreekruggen in Middelburg lijkt volgens dit archiefonderzoek hiervoor kansrijk. Om de kansen voor infiltratie te concretiseren hebben we voor de gemeente Middelburg de volgende vragen beantwoord via veldwerkzaamheden, monstername en monitoring van de grondwaterstanden in de kreekruggen:
De dikte van de kleiige deklaag op de kreekruggen varieert van 0 tot 6 m dikte. Hoe dikker de kleilaag hoe minder praktisch het is om het hemelwater te infiltreren in de kreekrug. De
doorlatendheid van het zand in de kreekruggen hebben we bepaald met falling head proeven. Hieruit is geconcludeerd dat niet alle kreekruggen een voldoende doorlatendheid hebben voor infiltratie. Hoe meer silt in het zand zit, hoe lager de doorlatendheid. De stijghoogte in de kreekrug is overal lager dan de freatische grondwaterstanden. Het regenwater kan dus naar de kreekrug infiltreren, hetzij via doorsnijdingen van de deklaag door het rioolcunet, hetzij door verticale infiltratieputten. En het water in de kreekrug is inderdaad zoet gebleken. De resultaten hebben we vertaald naar een concrete kansenkaart met een aantal kansrijke kreekruggen in Middelburg. Gemeente Middelburg gaat op de kansrijke kreekruggen afkoppelprojecten starten en het hemelwater infiltreren in deze kansrijke kreekruggen. Hiermee wordt de zoetwatervoorraad onder Middelburg aangevuld.
Bewoners van dijkwoningen aan een oude waterkering ervaren een toename van vochtproblemen. We hebben samen met de gemeente een bijeenkomst gehad bij de bewoners thuis, waarbij de vochtproblemen zijn getoond en mogelijke oorzaken zijn besproken.
Om de werkelijke oorzaak te achterhalen hebben we in overleg met de bewoners een onderzoeksplan opgesteld waarbij onder meer in de dijk, bij de woningen en in de achtertuin peilbuizen zijn geplaatst en de grondwaterstanden zijn gemonitord. Op basis van de bodemopbouw en grondwaterstandsmetingen hebben we de mogelijke oorzaken afgepeld, zoals een lek geraakt riool in de dijk dat haar water verliest of extra infiltratie van regenwater door groenperkjes op de dijk. Uit analyse is gebleken dat dit niet de oorzaak kan zijn. Vervolgens is naar voren gekomen dat er een oude, onbekende waterleiding en nóg een oude gietijzeren weesleiding aanwezig is in de dijk. Deze oude leidingen waren gaan lekken. Deze leidingen zijn door het waterleidingbedrijf gerepareerd waarmee de oorzaak van de toename van de vochtproblemen is weggenomen.
Met dit onderzoek zijn de klachten van de bewoners serieus opgepakt en is de oorzaak van de toename van de vochtproblemen aangepakt. Overigens is het grondwaterpeil aan de dijkzijde hoger dan de vloer van het souterrain (tuinkamer). Dit is niet ongebruikelijk; dijkwoningen behoren tegen het vocht bestand te zijn. Indien de vochtproblemen niet volledig weggaan, is het vervolgens aan de woningeigenaren om middels bouwkundige maatregelen de woning waterdicht te maken en te houden.
Graverijen in waterkeringen. Honden en muizen zijn bekende gravers met een vrij geringe invloed. Onwenselijk, niet onoverkoombaar. In het afgelopen jaar zijn de zorgen over grote gravers zoals bevers en dassen exponentieel gegroeid. Deze gravers kunnen in potentie de dijk buitenspel zetten. Einde oefening. Om de invloed van de graverijen in te schatten moet de omvang bepaald worden van de graverij, waar eindigt de burcht? Op twee locaties zijn wij met de Handheld LiDAR de graverij in gegaan om de omvang te bepalen.
Door het inmeten van de beverburcht met de HandHeld LiDAR kan de omvang van een beverburcht stapsgewijs worden bepaald. Onze aanpak is een weinig invasieve werkwijze; door het zorgvuldig plaatsen van enkele boorgaten kan de burcht in kaart worden gebracht, inclusief vertakkingen. Vervolgens kan worden verkend wat de invloed van de burcht is op de waterveiligheid en welke vervolgstappen noodzakelijk zijn, zonder de burcht uit te graven.
Inmiddels hebben wij specifieke hulpmiddelen ontwikkeld om deze 3D modellen van de beverburchten te bepalen. Echter, er zijn aanknopingspunten om deze methode verder te ontwikkelen van omvang bepaling tot veiligheidsoordeel met bijbehorende besluitvorming. Over de mogelijkheden en kansen gaan wij graag in gesprek!
Gedetailleerd en vlakdekkend inmeten van een dijk in 3D, met een apparaat van broekzakformaat? Dat kan! Technologische ontwikkelingen maken dat handheld apparatuur tegenwoordig beschikbaar én betaalbaar is. BZ Ingenieurs en Managers (BZIM) heeft op basis van onderzoek en validatie de stap van concept naar toepassing in de praktijk mogelijk gemaakt. In eerste instantie gericht op waterveiligheid en waterkeringen, maar evenzo toepasbaar in het (stedelijk) waterbeheer.
Wij hebben ervaring en expertise in het hele traject om toepassing in de praktijk mogelijk te maken; van het bepalen van een meetdoel tot het inpassen van het werkproces in de organisatie, van dijkbeproevingen tot beheervraagstukken en van geo-referentie tot volumebepaling.
Elke organisatie heeft zijn eigen dynamiek en werkprocessen, wij kunnen ondersteunen met de juiste vragen en kennis om inpassing in de organisatie vorm te geven. Zo zijn wij actief bij verschillende waterschappen om de HandHeld LiDAR doelmatig in te zetten om de beheerorganisatie te ondersteunen. We zien een duidelijke trend dat de meerwaarde van de techniek snel wordt herkend, de grootste vraagstukken zitten inpassen van het werkproces in de organisatie.
Daarnaast kunnen wij op projectbasis meet- en monitoring opdrachten uitvoeren. Voorbeelden hiervan zijn: